iStock-2130905564

Vermogensbelasting in 2023, hoe werkt het?

02 apr 2024

Vermogensbelasting, ook wel spaartax, vermogensrendementsheffing of box 3-heffing genoemd, is de belasting die wordt geheven over je vermogen. Maar hoe werkt het precies? En wat verandert in de wetgeving op dit vlak? In dit artikel lees je meer over de samenstelling van vermogen, relatie tot schulden, de wijze van belasting heffen en vind je ook een rekenvoorbeeld.

 

Vermogen. Wat is dat eigenlijk?

Onder vermogen vallen alle bezittingen en schulden die je hebt. Denk hierbij aan:

  • Betaal- en spaarrekeningen
  • Contant geld
  • Effecten, zoals aandelen, obligaties en crypto's
  • Verzekeringen die onder de inkomstenbelasting box 3 vallen
  • Vakantiewoningen, verhuurde panden of ander onroerend goed
  • Vorderingen (geld dat je hebt uitgeleend aan iemand)
  • Je aandeel in het vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE)
  • Een onverdeeld aandeel in een boedel (erfenis)
  • Schulden (geld dat je van iemand hebt geleend of facturen die je nog moet betalen)

Let op: Het huis waarin je woont (de eigen woning), je pensioen, je lijfrenten, groene beleggingen (tot een bepaald maximumbedrag) en roerende goederen zoals je auto, kunst, caravan of inboedel vallen niet onder het begrip vermogen. Ook schulden of vorderingen van de inkomstenbelasting op de Belastingdienst mag je niet meetellen.

Hoe wordt de belasting berekend?

De Belastingdienst verwacht dat je met je vermogen (spaargeld en beleggingen) een bepaald rendement haalt. Over 2023 heft de Belastingdienst 32% belasting over dit (veronderstelde) rendement (in 2024: 36%).

Peildatum

De Belastingdienst hanteert de peildatum 1 januari. Het vermogen dat je op 1 januari bezit, telt mee voor de berekening. Dus als je op 2 januari of in de rest van het jaar een (groot) bedrag gestort krijgt, heeft dit geen invloed op de vermogensbelasting van dát kalenderjaar. Indien dat bedrag op 1 januari van het volgende jaar nog steeds op de bankrekening staat, heeft dit wel invloed op de box 3-berekening van het volgende jaar.

Veranderingen in belasting op vermogen: overgangswetgeving

De afgelopen jaren zijn er wijzigingen geweest in de belasting op je vermogen. In de belastingaangifte van 2023 wordt gebruikgemaakt van een nieuwe rekenmethode, ook wel bekend als de Overbruggingswet box 3. De Belastingdienst hanteert nu de werkelijke verdeling van je vermogen. Dit vermogen wordt opgesplitst in drie categorieën: banktegoeden (inclusief spaargeld), overige bezittingen en schulden. Sinds 1 januari 2023 valt ook contant geld en je aandeel in het eigen vermogen van de Vereniging van Eigenaren (VvE) onder het begrip ‘banktegoeden’. Daarnaast zijn onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 gedefiscaliseerd. Hetzelfde geldt voor onderlinge vorderingen en schulden tussen ouders en hun minderjarige kinderen. Gedefiscaliseerd betekent dat deze vorderingen en schulden niet meer hoeven te worden vermeld in de aangifte inkomstenbelasting en worden genegeerd voor de box 3-heffing. Dit geldt voor situaties waarin fiscale partners gezamenlijk hun belastingaangiften doen.

Fictief rendementspercentages 2023 en 2024

Voor elk van de drie vermogenscategorieën is een eigen fictief rendement bepaald. Dit is anders dan in de voorgaande berekeningsmethodiek (tot en met 2022). De percentages zijn:

Categorie vermogen                  Fictief rendement 2023           Fictief rendement 2024

Banktegoeden                                             0,92%                                               1,03%*

Overige bezittingen                                     6,17%                                               6,04%

Schulden (na drempel)                             2,46%                                               2,47%*

* De percentages voor banktegoeden en schulden over 2024 zijn voorlopig. Deze worden pas rond februari 2025 definitief vastgesteld.

Stijging van heffingsvrij vermogen

Positief punt voor belastingplichtigen is de stijging van het heffingsvrije vermogen, oftewel het bedrag waarover je geen vermogensbelasting hoeft te betalen. Voor het fiscale jaar 2023 ligt dit op € 57.000, tegen € 50.650 een jaar eerder. Als je een fiscaal partner hebt, geldt het dubbele bedrag: € 114.000. Wanneer jouw vermogen (spaargeld, beleggingen en andere bezittingen minus eventuele schulden) onder deze grens blijft, betaal je dus helemaal geen vermogensbelasting. Ingeval van fiscaal partnerschap is het mogelijk het heffingsvrij vermogen over te dragen aan je partner. Dit wil zeggen dat indien jij zelf een groot vermogen hebt en jouw partner (bijvoorbeeld) geen vermogen, dan kan jij het heffingsvrij vermogen van jouw partner gebruiken, zodat jouw vermogen voor een bedrag van maximaal € 114.000 vrijgesteld is van box 3-heffing.

Schuldendrempel

Let op, je mag niet al je schulden aftrekken van je bezittingen voor de bepaling van je grondslag sparen en beleggen voor box 3. Hiervoor geldt namelijk een schuldendrempel. De schuldendrempel is het bedrag waarboven je pas schulden mag aftrekken van je vermogen bij het indienen van je belastingaangifte.

Hoe werkt dit in de praktijk? Stel , je totale schuldenbedrag is € 10.000. Als de schuldendrempel voor het betreffende jaar (bijvoorbeeld 2023) € 3.400 bedraagt, mag je alleen het deel boven deze drempel aftrekken. In dit geval kun je dus € 10.000 - € 3.400 = € 6.600 aan schulden meenemen in de berekening van je vermogen. Voor fiscale partners geldt een verdubbeling van de drempel. Voor 2023 is de drempel voor fiscale partners dus € 6.800 (€ 3.400 x 2).

Hoe bereken je de te betalen belasting in Box 3?

  1. Bereken je totale rendement:

Vermenigvuldig je vermogen per categorie (banktegoeden, overige bezittingen en schulden) met de bijbehorende percentages uit de tabel. Tel het rendement op banktegoeden op bij het rendement op overige bezittingen. Trek het rendement op aftrekbare schulden daarvan af.

  1. Bereken je vermogen:

Tel alle soorten vermogen bij elkaar op. Trek de schulden die boven de schuldendrempel uitkomen van het totale vermogen af.

  1. Bereken je grondslag sparen en beleggen:

Trek het heffingsvrij vermogen af van het eerder berekende vermogen.

  1. Bereken je rendementspercentage:

Deel het totale rendement door je vermogen (stap 2., dus zonder rekening te houden met het heffingsvrij vermogen). Vermenigvuldig dit getal met 100.

  1. Bereken je voordeel uit sparen en beleggen:

Vermenigvuldig je grondslag sparen en beleggen (stap 3.) met het eerder berekende rendementspercentage (stap 4.).

  1. Bereken de te betalen belasting box 3:

Bereken je te betalen belasting door het voordeel uit sparen en beleggen (stap 5.) te vermenigvuldigen met 32% (2023).

Houd er rekening mee dat dit een vereenvoudigde uitleg is en dat individuele situaties kunnen variëren.

Een rekenvoorbeeld over 2023

Mevrouw de Jong (alleenstaand) heeft op 1 januari 2023 de volgende bezittingen in box 3: € 100.000,- spaargeld en € 100.000,- beleggingen. Het heffingsvrij vermogen in 2023 is € 57.000,-

De berekening van de box 3 heffing is in dit geval:

  • Totaal rendement: € 100.000,- x 0,92% + € 100.000,- x 6,17% = € 7.090,-
  • Vermogen: € 100.000,- + € 100.000,- = € 200.000,-
  • Grondslag sparen & beleggen: € 200.000,- -/- € 57.000,- = € 143.000,-
  • Rendementspercentage: € 7.090,- / € 200.000,- = 3,545%
  • Voordeel uit sparen en beleggen: 3,545% x € 143.000,- = € 5.069,35
  • Te betalen belasting in box 3: € 5.069,35 x 32% = € 1.622,19

Belasting op werkelijk rendement vanaf 2027?

Vanaf 2027 wil de regering een belastingstelsel invoeren dat gebaseerd is op het werkelijke rendement dat mensen behalen. Hoewel het nog niet zeker is of een heffing op basis van werkelijk rendement daadwerkelijk wordt ingevoerd, wordt er serieus naar gekeken. De praktische uitvoering van zo'n systeem is complex. Daarom wordt er gezocht naar alternatieve manieren om het rendement zo nauwkeurig mogelijk te benaderen, zonder af te wijken van de werkelijkheid.